dinsdag 12 mei 2009

Pia fini

.
Mijn vrouw heeft mij verlaten, niet omdat we in een huwelijkscrisis zitten, maar omdat mijn dochter in Nederland de nodige aandacht behoeft. Het is even wennen, maar na een paar dagen heb ik de afwas en het schoonhouden weer helemaal onder controle en heb er zelfs een wasje doorheen gedraaid. Ik blijf een wasmachine toch een vreemd apparaat vinden. Je gooit er allerlei verschillende kleuren wasgoed in en er komt maar een onbestemde kleur was uit. Gelukkig heb ik niks tegen kleuren, dus ook niet tegen allemaal dezelfde kleur. Het ophangen van de was vind ik helemaal niks. Dat geklooi met wasknijpers, die steeds uit je handen vallen of je moet een handvol wasknijpers in je mond stoppen, maar als je er een uit je mond trekt dan vallen ze er allemaal uit. We kunnen wel een man op de maan zetten, maar gewoon een paar goede wasknijpers maken kunnen we blijkbaar nog niet. Bovendien is het zinloos om de was hier op de lijn te hangen, want zodra je de laatste opgehangen hebt, kan je de eerste alweer van de lijn halen. Ik probeer dus de was zonder knijpers over de lijn te hangen, maar dat is ook geen succes met de harde wind af en toe. De wasmand zit alweer half vol met was die op de vuile vloer is gevallen. Zodra mijn vrouw weer terug is, zal ik een indringend gesprek met haar hebben over het wasmanagement en mijn voorstellen over verbeteringen van het wasproces, want dit is knudde.

Je zou toch denken dat als je met z'n tweeën bent je meer vrije tijd heb dan alleen, maar het tegendeel is aannemelijker. Het is misschien waar dat ik zonder toezicht van mijn vrouw minder doe en daarom meer tijd over heb, het kan ook zijn dat gemeenschappelijke zaken nu ontbreken en dat bespaart weer tijd. Niettemin ik heb nu af en toe tijd om mij wat meer te bezinnen op de zin van het leven en mij te verbazen over belangrijke zaken als het roeren in een kopje thee. Het viel mij op, en ik heb deze proef regelmatig uitgevoerd, dat als je met de klok mee roert, de suiker sneller oplost dan tegen de klok in. Je moet het lepeltje dan wel in dezelfde stand houden anders zit je de wetenschap te flessen. Nu vraag ik mij af of dit fenomeen ook optreed op het zuidelijk halfrond. Misschien een leuke vraag voor de Nationale Wetenschapsquiz van de VPRO (als die nog bestaat).



Wij hebben nog steeds bouwstroom, dat betekent dat de stroom betrokken wordt uit een stopcontact op een gammel plankje bij de elektranis aan de straat. Het resultaat is een wirwar van verlengsnoeren, waar je 's nachts zonder problemen je nek over breekt. Een paar lampjes moeten 's avonds het huis verlichten en dat is voor een notoire kampeerder geen probleem, maar wij willen na 2 maanden wel eens wat meer dan 40 Watt verlichting. De electricien die de installatie heeft aangelegd is een positivo van de bovenste plank en iemand waar je absoluut niet kwaad op kunt worden. We spreken hem regelmatig, want overal kom je hem tegen behalve bij ons thuis, en elke keer belooft hij dat hij morgen of maandag ons huis aansluit op het electranet. Soms bel ik hem en dan is hij net even ergens bij een noodsituatie of onderweg naar ons, maar zelden komt hij opdagen. Toch heb ik een zwak voor hem, want hij is de vriendelijkheid zelve en als je hem spreekt neemt hij alle tijd om een gesprek te voeren. Nooit komt het tot een narrige situatie, we hebben altijd lol, dus waarom zou ik mij druk maken als hij dat ook niet doet.


Ook de mensen van het zwembad heb ik al twee weken niet meer gezien. Nadat ik eigenhandig alle tegels eruit had geknikkerd, omdat ze schots en scheef waren gezet, kwamen ze een paar keer polshoogte nemen en na een maand stonden er plotseling vier man de waterlijn opnieuw te pleisteren, maar dan nu recht. Ze zouden de volgende dag weer komen, maar nooit meer iemand gezien. Dat zal overigens nog wel even kunnen duren want zaterdagnacht heeft het hier ontzettend hard geregend. Niet alleen mijn waterberging is bijna vol, maar ook het zwembad is fors gevuld en op de bodem ligt nog een kruiwagen en een paar harde zakken cement. Voorlopig kunnen ze alleen een paar baantjes zwemmen en dat ze het op korte termijn afmaken zie ik niet zitten. Het maakt mij ook niet veel uit, want aan zwemmen kom ik zelf niet toe. Er zijn nog genoeg klusjes die een hogere prioriteit hebben al zou ik niet zo gauw weten welke, maar ik ben wel elke dag met wat bezig.

Het mooie is dat eigenlijk niemand hier weet hoe iemand heet. Men neemt bepaalde kenmerken van iemand en koppelt die aan de persoon. Men heeft het dus over "die dikke man in die groene pickup", "die Surinaamse vrouw met die krulspelden altijd in haar haar" of "die kale makamba". Als ik de elektricien bel en ik zou mijn naam noemen, dan zou hij niet weten wie hem belt. Ik begin dan maar met "met de makamba pia fini" en dan weet hij gelijk wie ik ben. Ik woon hier nog niet zo lang, maar iedereen kent mij als de makamba met de spillebenen. Van Palucio, onze klusjesman, hoorde ik dat ik zelfs in het dorp Willibrordus deze bijnaam had. En om helemaal zeker te zijn dat ik het ben, plakken ze er ook nog eens "ku Vitara blanco" achter. Niet dat ik zo trots ben op mijn spillebenen, je went er aan, maar het is toch altijd beter dan "boca grandi" (grote mond) waar ze de meeste makamba's mee aanduiden.
.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten