zaterdag 9 mei 2009

Kliphakker

.
Uit de reacties op deze weblog blijkt dat een aantal bezoekers enige moeite heeft, of doorzettingsvermogen mist, met de levendige proza die ik jullie iedere dag voorschotel. Ofschoon per onderwerp een maximum aantal regels beschikbaar zijn, moet ik jullie teleurstellen, want dat maximum is voorlopig nog niet bereikt. Ik probeer dagelijks de maximale grens van de weblog op te zoeken, dus houd moed! Erger is dat ik de beheerder van deze weblog (mijn zoon Monty) ervan verdenk om mij vandaag gewoon de toegang tot deze weblog te weigeren. Ik kon niet in de weblog komen om jullie op de broodnodige informatie vanaf dit langzaam wegdrijvende eiland te vergasten. Volgens Gerlinde kan het ook zijn dat de regen van afgelopen dagen de ADSL-electronen in de Caribische zee heeft gespoeld. Maakt ook niet uit, hij doet het weer.

De poes heeft zojuist een Microtus (niks geen Papiamentu, gewoon Latijn voor veldmuis) op mijn toetsenbord gedeponeerd en ze verwacht nu dat ik deze snack gezamenlijk met haar opeet. Mooi niet, ze zoekt er eerst nog maar twee, zodat we er een lekker sate'tje van kunnen maken. Het is overig bar en boos met die poes, want wat zij op een dag naar binnensleept aan knaagdieren, loopvogels en schubachtigen is daar kan geen logistiek bedrijf tegenop. We kunnen er wel een week van eten. Nu is een aantal ervan ook gerecycled want wat zij naar binnenbrengt, zwiep ik met dezelfde vaart weer de knoekoe (kunuku in het Papiamentu) in. Twee seconden later is ze weer terug met iets wat verdacht veel op mijn zojuist weggeworpen lijkje lijkt. Het is dweilen met de kraan open, maar zo blijf je wel lekker bezig.

Op de bouw waren de loodgieters (waar gieten ze overigens nog lood) bezig met de goten aan de gevels te plaatsen. Ze waren niet erg gelukkig met mijn aluminiumstrips waar om de 20cm een gaatje zit. Meestal bevestigen ze een 3 meter lange strip met 3 parkertjes en nu moesten ze per strip 16 gaatjes boren met een 25 jaar oud boortje, pluggen aanbrengen en dan een veel te klein parkertje erin schroeven. Tsja, die makamba's toch, met hun vreemde ideeen hoe je een dakgoot moet vastzetten.


Ook de dakbedekkers hadden al het isolatiefolie op het dakbeschot aangebracht en waren nu de tengels aan het vastzetten. Met een beetje geluk hebben we morgen de eerste pannen op het dak van de bovenste verdieping. Edsel ontdekte gelukkig nog dat we plafondventilatoren gingen gebruiken, maar dat we geen elektriciteit op die plek, in de nokbalk, (dus eigenlijk zijn het nokbalkventilatoren) hadden. Gauw even de electricien gebeld en die kwam met 2 protege's de nodige leidingen aanbrengen. Of dat vandaag gelukt is, weet ik niet want ik moest van Edsel op zoek naar een kliphakker.


Nu is het vinden van een kliphakker een koud kunstje, je gaat gewoon op het geluid van een kliphakker af. Een kliphakker, de naam zegt het al, hakt klip en aangezien Curacao bijna geheel uit klip bestaat, kom je ze overal tegen. Al snel had ik een kliphakker achter ons huis op de heuvel gespot en vroeg hem of hij onze kei bij de zee een kopje kleiner kon maken, zodat we de restanten aan de vissen konden voeren. Hij wilde eerst wel eens zien waar het over ging, maar toen hij uitstapte vreesde ik voor mij jeepje, want er bleef maar lichaam uit zijn cabine te komen. Het draaggewicht van mijn Vitara was maar 600 kg en ik was bang dat die ruimschoots werd overtroffen. Den moest voor de balast in de achterbak en stapvoets reden we naar onze kavel.


Daar aangekomen moest hij eerst iedereen begroeten, want net als elke Antilliaan kende hij iedereen. Eindelijk bij de kei aangekomen, zag hij het direct, daar kon zijn kliphakker nooit bij. Althans dat was zijn eerste indruk, maar Edsel heeft even uitgelegd hoe hij een kei moest hakken en toen draaide hij wat bij. Veel verder kon hij niet draaien, want door de vertraging van zijn lichaam zou dat veel te lang duren. Als we de toegang tot de kei hadden schoongemaakt, zou hij wel weer eens langskomen en een poging wagen. Vooruit dan maar, het kan ook zijn dat hij wat moeilijkheden inbouwde om de prijs wat op te drijven. Onderweg naar boven, waarbij ik alle 4 wielen moest inschakelen om nog enigzins de vaart er in te houden, kwam hij met het lunieuze idee om een sleepboot te huren, die zou de kei zonder problemen de zee in trekken. Hij kende wel een vriend die dat kon regelen. Toen ik hem vertelde dat de kei dan nog wel om de kabel zat en dat de kei van 5 ton in 200m diep water als anker zou gaan dienen, werd het stil. En dat komt zelden voor, een stille Antilliaanse kliphakker van 200 kilo.

.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten