vrijdag 15 januari 2010

Boebitrap

.
Twee weken geleden was ik zwaar geconcentreerd een muurtje van rotsblokken bij de zee aan het metselen, toen ik plotseling opgeschrikt werd door een hoop kabaal. Mijn blik ging direct naar de kust van Venezuela, omdat ik Hugo Chavez de laatste dagen vrij stil vond en wel eens van hem een inval op Curaçao verwachtte. Helaas, de goede tijden van een invasie zal ik nog even moeten missen, maar een meter naast mij lag een uitgeputte jonge bruine gent. Hier leeft hij undercover onder de curieuze naam van boebi (brown booby) en is een graag geziene gast door vissers, die regelmatig hun aas aan hem of haar verspelen.

Om een of andere vage reden zoekt alles waar ik niets van moet hebben, zoals kinderen, pinguïns en bruine genten, mij liefkozend op en proberen zij mij op hun eigen wijze om hun vinger te winden. Dat lukt uiteraard, want zo'n slechterik ben ik nou ook weer niet. Dus ook de gent die met volle overgave mijn tenen probeerde te verorberen. Na een korte vermaning in de trant van "opzouten, ga zelf eten zoeken" bedaarde de vogel en ging mij een beetje zielig aanstaren. Tja, dan gooi je de troffel in de specie en stort je je op de vriezer om te kijken of er ergens nog een visje oud ligt te worden. Gelukkig is onze poes een paar weken geleden in haar vegetarische periode beland, net als mijn dochter en eet alleen nog maar brinta en kaas. Aangezien ik het dagelijks ritueel heb volgehouden om klokslag 4 uur een visje te vangen, lagen er nog elke gepen en een porunchi in de vriezer.


Inmiddels was de gent mij achterna gelopen of beter gezegd gestrompeld, want lopen is niet echt hun sterkste punt. Voordat ik de vis kon ontdooien waren de gepen al in zijn keel verdwenen. Het maakte hem blijkbaar weinig uit, maar het gezeur om meer werd gelukkig minder. Genten zijn schijnbaar erg sociale dieren, want ik kon hem zonder problemen oppakken en in de schaduw naast het huis plaatsen. Daar is hij een paar dagen gebleven en elke dag heb ik voor hem 2 lekkere sappige visjes voor hem gevangen, die er in gingen als snijkoek. De poes was zelfs niet eens jaloers en vaak zaten zij samen op de rots als ik weer vis ging vangen.

Het nadeel van aardig doen is dat er misbruik van wordt gemaakt. Je geeft hem een veer en voor je het weet heeft hij er een vleugel bij. Eerst bleef hij keurig rond het huis zitten wachten op de vis, maar na verloop van tijd kwam hij gewoon de trap op en bleef daar uren zitten mekkeren om vis. Een duidelijke vorm van boebitrap dus. Niet alleen het dreinen om voedsel, want af en toe gooide ik ook nog eens een halve kip richting die snavel, maar ook wat er na verloop van tijd uit die vogel kwam, was niet een echt toonbeeld van dankbaarheid. Ik weet niet wat een gent na verloop van tijd produceert, maar de helft van mijn hardgebakken traptegels is opgelost. En bovendien vertikte de vogel het om zelf te vliegen. Ik weet dat ze zich in de natuur voornamelijk met vliegende vis in leven houden en dat deze vangst door hun ouders wordt aangeleerd, maar ik kan toch niet van mijn vrouw verlangen dat zij over het water scheert om voor te doen hoe je een vliegende vis moet vangen. Zelf heb ik enige pogingen gedaan om hem de basis vliegbewegingen aan te leren, maar blijkbaar leek dat meer op een paringdans, want hij begon gelijk tegen mijn benen aan te fladderen. Ik zat daar wel een beetje mee, want ik zie er niets om deze huisvogel levenslang van vis te voorzien.

De afgelopen week heeft Dirk van Jan Kok Lodges een zak met moulo's gebracht voor de booby, die er elke dag gretig in gingen. Dat was ook wel nodig want de poes werd afgunstig en is van haar vegetarisch dieet afgestapt en zij moest nu ook weer zo nodig elke dag haar visje. Ik begon mij steeds grotere zorgen te maken over de voedselvoorziening, want deze week zou ook mijn dochter met haar kinderen komen en dan heb ik helemaal geen tijd meer om te vissen. Mijn zorgen stapelden zich op en de booby werd ook steeds ongeduldiger. Hij zat nu al op de balustrade en de kinderen doopten hem Maarten, de gans van Niels Holgerson. Niet dat hij er in de verste verte op leek, maar what's in a name. De aanblik van de kinderen was gelukkig voldoende om na verloop van tijd het hazenpad te kiezen, want gisteren was hij er niet meer. Zo, dacht ik, daar ben ik mooi van af.


Echter vanochtend ging ik met de (klein)kinderen naar het duikhotel om naar de papagaai Henkie te kijken en halverwege kwam Maarten mij al tegemoet. Gelukkig kon hij goed vliegen, maar bleef mij wel de hele weg tot het hotel volgen. Daarna verdween hij uit het zicht, voor goed hoopte ik. Daar kwam abrupt een einde aan toen ik weer aan het vissen was en Maarten zich zonder scrupules op mijn schouder nestelde. Hij bleef daar zitten tot ik een vis had gevangen had en na het wegslikken van die vis mij zonder te bedanken weer met de noorderzon verdwenen was. De liefde komt blijkbaar dus maar van een kant, maar ik vindt het best zo, als hij maar zijn eigen leven gaat leiden.

Voor de liefhebbers heeft mijn dochter een filmpje van Maarten gemaakt. Wel de muziek aanzetten anders gaat het dramatische effect verloren.