zondag 10 mei 2009

Hectobellen

.
Gisteren was het vrijdag, dus dan hoef ik jullie niets meer te vertellen. Zelfs de wilde poes onder de container weet dat er die dag uitgebreid gegeten wordt, want normaal komt ze pas na werktijd het bouwterrein op, maar vrijdags loopt ze tijdens de lunch al rondjes om ons nieuwe huis in de hoop dat er iemand een ongare kippenpoot het raam uitkiepert. Dat schijnt hier trouwens de gewoonste zaak van de Antilliaanse wereld te zijn. De vorige keer zat Diana toevallig buiten onder een raam op een blokki uit te rusten, toen er een bord werd schoongeschraapt boven haar hoofd. Na een week moet ik nog steeds de rijstkorrels uit haar kruin pulleken.

De vier keiharde mannen van donderdag zijn ook vrijdag gewoon doorgegaan met de kei te slopen. Er is nu ongeveer een derde van de kei en Edsel schat dat het nog 2 dagen duurt tot dat hij voorgoed in zee verdwijnt. Al met al wordt die kei toch nog een dure grap, want het kost mij nu een week om de boorhamer te huren en die zijn hier niet goedkoop en ik moet vier man doorbetalen, want die zijn er continue mee bezig. Vier man, zeg je dan, met 1 boorhamer? Ja, zeg ik dan, vier man. Een trilt zich een ongeluk, een ander houdt met een touw de hamer vast, zodat hij de boorhamer) niet in zee kiepert en de derde ruimt het puin op en geeft de broodnodige aanwijzingen. En de vierde man dan, nou die rust even uit. Zo werkt dat hier.


Zelf ben ik 's middags weer aan het jobhoppen geweest, dus een effectiviteit van nul komma nul. Geen duidelijke werkzaamheden uitgevoerd waarover ik naar huis kon schrijven. 's Avonds moesten we naar een barbecue van Dirk en Gerlinde ter gelegenheid van de verjaardag van hun zoon Siebren. Je ziet wel eens op TV van die Italiaanse sfeercommercials over olijfolie of levertraan, waar ze met z'n allen aan een grote tafel zitten te eten, nou zoiets doen ze dan ook op Curacao, maar dan met een barbecue. Altijd gezellig, al werd het later op de avond wel wat fris en werden de truien uit de kast getrokken. Ook op Curacao heb je kans op nachtvorst, al is die kans heeeeel klein.

Vandaag ben ik op de bouw geweest om mijn lage productiviteit van gisteren goed te maken. Er was gelukkig niemand op de bouw, dus ik kon ongestoord mijn gang gaan met allerhande gevaarlijk gereedschap. De roestvrij stalen hoekprofielen (niet die ik op Curacao gekocht heb, want die zijn voor de tegels) voor de waterkering op de porch, heb ik met de enige ijzerzaag die er was (en die nog bot was ook) doorgezaagd. Ook heb ik een poging gedaan om de afvoerputjes in het terras te plaatsen, maar verder dan 1 ben ik niet gekomen, omdat het inmiddels 3 uur was geweest en dan mag er op het resort niet meer gewerkt worden. Het is een mooie regel als je er woont, maar als je iets af wil maken dan vraag je je af wie zo'n regel ooit verzonnen heeft. Aan de andere kant was het ook weer niet zo erg, want we wilden toch naar Barber waar de oefenparade van het carnaval zou plaatsvinden. Morgen wordt de Marcha Grandi in Willemstad gehouden, dus om te weten wat we morgen te zien krijgen zijn we naar Barber gegaan, de 2e hoofdstad van Curacao met 2000 inwoners.

Antillianen houden niet zo van lopen, dus ook hier kon je op 20 meter van het spektakel gemakkelijk je auto kwijt. We kwamen precies op tijd, want de eerste wagens van de karavaan waren al in zicht. Het viel ons wel op dat we de enige makamba's waren tussen de duizenden Antillianen. Nou is het noorden/westen van Curacao ook niet erg in trek bij Nederlanders. Als je in Willemstad werkt, is het gewoon te ver rijden elke dag. Zeker wel een half uur en dat is hier heel erg lang.

Het begon erg leuk met allemaal prachtig uitgedoste mensen, kinderen en zelfs paarden, maar toen de eerste praalwagen of beter gezegd een opengewerkte container langs kwam, zag ik het al. Er stond een dieselgenerator op van 200 KW, net zoveel vermogen als ik in een heel jaar verbruik, die alleen maar voor de versterkers waren. Hier produceren ze ook geen decibellen, maar hectobellen. Het horen en zien verging je, wat een kabaal, maar de Antillianen hosten er lustig op los alsof er een bejaardenfanfare voorbij kwam. Gelukkig bleven de trailers maar even voor ons stilstaan, maar je zal toch maar 3 uur of langer achter die grafherrie moeten lopen.
Op de meeste trailers zitten de tumba-artiesten met een DJ (disc-jockey), maar er zijn ook trailers met een compleet orkest. Soms lopen de zangers met een microfoon gewoon mee achter de wagen en mengen ze zich tussen het publiek. Dat heet tumba-participatie en de Antillianen kunnen dat wel waarderen. Voor ons stond een schone antilliaanse, die gezien haar omvang een zuster van de kliphakker kon zijn. Bij elke trailer gingen haar heupen een paar versnellingen hoger en liet elke molecuul (en dat waren er een heleboel) in haar lichaam schudden, waarbij ik mij afvroeg of de trillingen uit haar lichaam kwamen of uit de speakers. Niettemin was het een vrolijke bende en iedereen had het uitstekend naar zijn zin. Daar kan Nederland echt wat van leren.

Halverwege de stoet zagen we een wel heel bekende DJ, die weinig moeite had om het publiek op te zwepen. Hij kletste lekker boven de decibellen uit, maar toen hij ons zag (wij vielen als enige blanken natuurlijk snel op), stokte zijn performance even. Potverdorie, dat was Steven de verfspuiter van onze kozijnen. Hij zou ze deze week komen brengen, maar ook dit keer geen Steven en geen kozijnen. Nu weten we waar hij al zijn energie in steekt. Misschien heeft hij nog gelijk ook, het is maar een keer carnaval en die kozijnen lopen niet weg.
.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten