dinsdag 12 mei 2009

Topsporters

.
Bij onze buren groeit een grote struik met gele bloemen. Voor botanici is het de Allamanda neriifolia, hier heet hij gewoon "struik met gele bloemen". Vlak bij deze struik in een kalebasboom zitten 2 kolibries. Een van de kenmerken van een kolibrie is dat zij met hun hyperactieve gefladder van hun vleugeltjes in de lucht stil kunnen staan en zelfs achteruit kunnen vliegen. Waar dat laatste nou goed voor is snap ik niet, want ik kan niet eens vooruit vliegen.

Ik heb altijd gedacht dat kolibries de hele dag aan het fladderen zijn om maar genoeg honing naar binnen te slurpen ter compensatie van hun energieverspillend gedrag, maar die dwergvogels zitten de hele dag maar op een tak te kijken of er niemand in de buurt van hun honingvoorraad komt. Het zijn eigenlijk heel saaie en suffe beesten. Een kip scharrelt nog een beetje rond maar deze ADHD-vogeltjes wachten gewoon tot het etenstijd is en dan snacken ze er eventjes driftig op los en dan gauw weer de boom in om uit te buiken.

Ik denk dat de 2 kolibries een stelletje zijn, want ze maken vrijwel geen ruzie. Dat is echter wel het geval zodra er een andere kolibrie in de buurt van de struik met de gele bloemen komt. Dan is het oorlog op de vierkante meter. Al hun venijn komt op dat spaarzame moment naar boven om de indringer te verjagen en na een paar kamikaze manoeuvres kiezen ze toch weer voor de veilige tak. Ik begrijp de kolibrie dan ook niet, waarom kunnen ze niet gewoon als een normale vogel gewoon naar die bloem vliegen, er boven op gaan zitten en de honing eruit zuigen. Al die moeite om met 2000 slagen per seconde voor zo'n bloem te hangen is echt zinloze topsport en sporten komt in de natuur niet voor, dat levert alleen maar blessures op. Een olifant zie je voor het ontbijt ook niet 's morgens een eindje joggen en een aap doet toch ook niet aan aerobics voordat hij gaat slapen. Allemaal verspilde energie en dat kost levensjaren.


Het grote voordeel van kolibries is dat ze weinig herrie maken of het moet ultrasoon zijn en dat hoor ik toch niet. Erger zijn de vogels die in, rond en door ons huis vliegen, want die maken een klere herrie. Denk je om 6 uur lekker op de porch van de zee en stilte te kunnen genieten, moet zonodig een stel parkieten even bijpraten wat er de afgelopen nacht allemaal in de buurt heeft afgespeeld. Iedereen die wel eens parkieten heeft gehad of gehoord, weet wat ik bedoel. Het houdt niet op en kan het beste vergeleken worden met een stel tieners, die elkaar de maandagochtend na een vakantie elkaar op het schoolplein weer voor het eerst ontmoeten. Ook begrijp ik dat gekwetter niet, volgens mij verstaan ze elkaar toch niet want je hoort steeds maar weer hetzelfde riedeltje en er is geen vogel die eens wat anders roept. Wat kan de natuur toch zinloos zijn.

Een dier waar ik wel een zwak voor heb is de zeeschildpad. Onlangs kwam er een joekel van een schilpad langs onze kavel drijven. Hij of zij zwom op een meter of 8 van onze rotswandje. Volgens Palucio was het een hele grote, want hij had nog nooit een van dit formaat gezien. Deze schildpad was mijn eerste en ik was niet erg onder de indruk van de grootte van het beest. Misschien was hij een meter, maar ik had toch zeeschildpadden van een meter of 5 in mij gedachten na het lezen van JUles Verne's Duizend Mijlen onder Zee. Omdat zijn snelheid net zo hoog lag als de gewone landschildpad, trachtte ik nog een foto voor deze weblog te maken, maar op het moment suprême moest hij zonodig weer even water happen. Dus zeker geen fotogenieke zeeschildpad of misschien was het wel een onderzeeschildpad.
.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten