zondag 10 mei 2009

Pego

.
Dachten jullie eindelijk wat rustig aan te kunnen doen en jullie baas eens te verrassen met een productieve dag, begin ik weer met een beschouwing van de afgelopen dagen, want denk maar niet dat ik niets te melden heb. Van Diana moest ik al schrijven dat het internet er een paar dagen uit heeft gelegen en dat ik vandaag (woensdag dus) gewoon met een nieuw stukje moest beginnen. Mooi niet we beginnen gewoon met de zondag.

Zondag hebben een rustdag gehad, want de knoekentoer was psychisch toch wel een beetje inspannend. 's Middags eerst ons wekelijkse patatje-pindasaus bij Kees op Daaibooi gehaald en daarna hebben we wat rondgereden en zijn uiteindelijk bij Cas Abou beland. Het strand van Cas Abou, ook wel bekend als Bon Bini Beach, is werkelijk fantastisch, jammer dat je er alleen maar makamba's ziet. De entreeprijs (12 NAF/auto) is vermoedelijk te hoog voor Antillianen. Het grote pluspunt van Cas Abou Beach is het grote zandstrand en dat je makkelijk het water ik kunt. Ook voor duikers en snorkelaars schijnt het een paradijs te zijn, maar ik weet nog veel meer paradijsjes. Daarna zijn we de enclave Cas Abou binnen gereden om te kijken of er al wat meer huizen bij zijn gekomen. Er staat een groot hek om dit resort en het het bord bij de ingang geeft aan dat het hek om 5 uur dicht gaat. Jullie raden het al, toen wij wat rondgereden hadden, kwamen wij bij een dicht hek en niemand te bekennen. Nou is wachten voor ons een tweede natuur geworden, dus maakten wij het ons maar makkelijk in de auto en bleven gewoon wachten totdat er iemand door moest en wij naar buiten konden glippen. Gelukkig hebben wij de nacht daar niet hoeven door te brengen en deed een vriendelijke (alweer) beveiligingsmedewerken het hek voor ons open. Ik hoorde hem al denken: rare makamba's, kunnen niet eens een 78-cijferige code onthouden.


Maandag is onze boodschappendag en Edsel had een hele lijst met boodschappen, die op verschillende plekken op het eiland gehaald moesten worden. Het leek wel of hij het erom doet, zodat we niet te snel terug zijn en in de weg lopen op de bouw. We gingen eerst maar weer eens naar Linco, want die is al 4 maanden bezig met onze deur en de extra ramen. Vandaag zou hij de deur klaar hebben en dan konden we de deur gelijk naar de spuiter brengen. Toen wij bij Linco aankwamen, zat hij hevig na te denken. Dat beloofde niet veel goeds, hij was met een uiterst complex raam bezig, dat driedubbel verstek gezaagd moest worden. Bovendien had hij pijn in zijn rug en hebben we zijn bezoek aan zijn huisarts en zijn complete ziektebeeld tot in detail doorgenomen. Kortom de deur was nog niet klaar, maar donderdag is hij echt klaar. Wie weet, ik verbaas mij al nergens meer over.

Ook moesten we een zak reparatiemortel bij de betonfabriek halen en daar had ik nog niet veel zin in na mijn ervaringen met Tito. Dat klopte dus ook, want de dame aan de balie, vroeg direct of de Tito op was. Tsja, dan weet ik al voldoende en leg me maar neer bij de situatie, want over 50 jaar kennen ze me nog als die makamba die Tito in een jerrycan wil uitknijpen. Ook nu moest ik weer het halve bedrijfsterrein af voor dat zakje mortel. Gelukkig kende in het terrein al beter dan de oudste werknemer en kwamen we snel bij de juiste persoon. Ook hij wist al van mijn komst en ofschoon mijn kennis van Papiamentu beperkt is, kon ik aan de woorden Tito en jug (jerrycan) genoeg opmaken dat ik geen onbekende was. Opnieuw de auto in en gelijk een Dakar-rally scheurden we over het terrein. In een duistere opslag onder een stoffig zeil, lagen een paar zakjes reparatiemortel, die naar mijn mening nog door de West Indische Compagnie waren aangevoerd. Aangezien ik niet bij Edsel aan kon komen zonder mortel heb ik je man maar toestemming gegeven om de zak in mijn Vitara'tje te zwiepen.

Toen zijn we op zoek gegaan naar Pego, een soort tegellijm. Pego moeten jullie al kennen, want de plakkie plakkie wordt hier ook pegopego genoemd. Eerst naar mijn hofleverancier, want die heeft altijd de goede soort Pego. Mooi niet, alles uitverkocht. Hier doen ze niet moeilijk en wordt je direct doorverwezen naar de concurrent, waarvan ze denken dat die wel iets heeft. Nop, nada, niks, niente. Pego is dus niet op het eiland te krijgen. Om toch niet met lege handen bij Edsel aan te komen, heb ik dus maar een zak wit poeder meegenomen, dat volgens de verkoper dezelfde eigenschappen had als Pego. Wit poeder kan je hier op Curacao genoeg krijgen, maar of dat ook net zo plakt als Pego is maar de vraag.

Tenslotte nog even naar Muizenberg waar je gasflessen kunt vullen. Ik heb mijn overjarige gasfles meegenomen om te solderen, maar die bleek leeg. In Nederland kon ik hem niet meer laten vullen, omdat de fles afgekeurd was in verband met het niet meer gangbare model. Op Curacao is dat geen probleem. Je betaald ergens aan een balie en gaat met dat briefje naar een man bij een grote stapel gasflessen. Die schrijft je naam op de fles en de volgende dag kan je hem gevuld ophalen. Wat een eenvoud, maar of het werkt ook werkt is de vraag. Dat zullen we morgen wel merken.

Terug gekomen op de bouw, liet ik trots de witte zak pego zien, maar Edsel was niet onder de indruk. Witte pego is voor makamba's, Antillianen gebruiken altijd donkergrijs, dus deze kon met het eerste de beste WIC-schip terug naar Nederland. Toen ik Edsel duidelijk maakte dat er geen Pego meer op het eiland was, belde hij direct Kooyman, onze huisleverancier. Binnen 10 seconden had hij antwoord. Er stond een pallet Pego voor hem gereserveerd, maar ze wisten niet dat ik voor hem Pego moest ophalen en gaven dus niets mee. Een hele gerusstelling, er is dus nog Pego op Curacao.
.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten